Hollandschap Export onthult de geschiedenis van Nederlandse kolonisten, ingenieurs en projectontwikkelaars in den vreemde die polders schiepen als ware ze God. We vertellen en documenteren dit verhaal in de vorm van wandelingen in deze gebieden. Een beetje zoals Johan van Veen voor ogen stond
'God schiep de wereld behalve Holland. Dat werd door de bewoners zelf aan de zee ontrukt’ Dit gezegde vat de twee belangrijkste kenmerken van het Nederlandse landschap samen: de grote invloed van de mens en het belang van water. Deze combinatie heeft landschappen van internationale betekenis opgeleverd, die voor Europa zeer kenmerkende zijn. Drooggemalen meren en veenweidenpolders komen buiten Nederland nauwelijks voor. Nauwelijks, want in vergelijkbare laaggelegen gebieden in de wereld zijn letterlijk Nederlandse landschappen te vinden. Het gehele tweede millennium hebben Nederlandse personen en organisaties en Hollands kapitaal een rol gespeeld bij de ontginning van venen, kustvlakten en rivierdelta's vooral in Europa maar ook in Japan, Korea en Suriname. Een overzicht staat op de kaart hierboven.
We bezochten de volgende landen en regio's
- Hollandse landschappen in Polen: Gdansk en de Weichseldelta
- Hollandse landschappen in Duitsland: Neu-Holland, Sleeswijk, Altes Land en Bremerland
- Hollandse landschappen in Engeland: Fens
- Hollandse landschappen in België: Scheldemonding en de Moeren
- Hollandse landschappen in Frankrijk: Les Moeres, Le Peti-Poitou, La Marseillette
- Hollandse landschappen in Italie: Po delta en Pontijnse moerassen
- Hollandse landschappen buiten Europa: Suriname, Brazilië, Japan
Opdracht Johan van Veen
In 1997 werden wij gegrepen door het feit dat Nederlanders betrokken waren bij drooglegging en ontwatering van kustvlakten, riviermondingen en moerassen in Europa. Er bleek vooral voor 1950 veel over geschreven, veelal met als belangrijke boodschap dat wij Nederlanders grote daden hebben verricht. Wij vroegen ons af in hoeverre deze landschappen ook werkelijk op Nederland lijken. We besloten onze liefde voor wandelen en landschap te richten op enkele van deze gebieden.
Al snel vonden wij het werk van waterstaatkundige Johan van Veen, de vader van de Deltawerken. Zijn kaart van Nederlandse ontginningen in West-Europa (hierboven) wees ons de weg. Later lazen wij in een artikel van hem, “Inpolderingen in vroegere eeuwen door Nederlanders in het buitenland” (De ingenieur, 1939), de opdracht die we ons zelf al gesteld hadden. Hij zegt dat de bestaande boeken grondig, boeiend doch misschien te technisch zijn om voldoende bekend te worden. Hij verzucht: "Moge iemand gevonden worden, die met toewijding en talent, en niet nadat hij de verschillende streken persoonlijk heeft bezocht, zonder de technische details de historische betekenis van dit "Werk des Vredes".. in bereik van velen kan brengen. Met werk des Vredes de waterbouwkundige werken van Nederlanders waarop we volgens Johan van Veen niet trots genoeg zijn.