
Als we van de veerboot stappen in San Sebastian La Gomera zegent Christo Sagrado Corazon ons met de armen wijd. De steun van het hogere kunnen we goed gebruiken om de verschrikkelijke verkiezingsuitslag van die avond te verwerken. We zijn er om de prachtige wandelroutes van het afgelegen Canarische eiland te verkennen. Stiekem kijken of dit een geschikt toevluchtoord is om ons uit het barre Nederland terug te trekken. De hippiesfeer in Valle Gran Rey, ooit gestart door de vlucht van Amerikanen die niet in Vietnam wilden vechten, spreekt ons aan, maar hoe integreer je met de Gomero's?
Verschenen in Wandelmagazine 2024-5
Wil je een goede beurt maken bij de Gomeros, vraag dan naar de kleur van hun huis. Grote kans dat ze enthousiast wijzen naar een huisje ergens op de vulkaanhelling met net zulke vrolijke kleuren als het hunne. Op de veerboot, die ons naar La Gomera brengt, is er van al die pastelkeuren nog niks te zien. Op het dek, met de wind in onze haren, zien we in de verte een wazige berg uit zee omhoog rijzen. De hoofdplaats San Sebastian ligt als een eenzame witte vlek aan de voet van de vulkaan. Als we terugkijken naar Tenerife zien we iets heel anders; daar zijn de hellingen bezaaid met witte vlekken. Plekken waar zonaanbidders onderdak vinden. Naar La Gomera ga je niet voor een strandvakantie. De stranden zijn er zwart met keien die de golven mooi schoonspoelen, dat weer wel. Naar La Gomera ga je om te wandelen. Aan boord schuifelen zowel elegante schoenen als stevige wandelschoenen over het dek. Als we van de veerboot stappen in San Sebastian zegent Christo Sagrado Corazon ons vanaf een vijftien meter hoge kolom met de armen wijd. Steun van het hogere kunnen we goed gebruiken om de verkiezingsuitslag van die avond te verwerken. We zijn er om de prachtige wandelroutes van het afgelegen Canarische eiland te verkennen. Maar met zo’n verkiezingsuitslag kijken we ook stiekem of dit een geschikt toevluchtoord is om ons uit het barre Nederland terug te trekken.

Fluittaal
Vraag je op La Gomera de weg dan zeggen ze arriba of abajo terwijl de vinger omhoog of omlaag wijst. Wij gaan omhoog naar de ruige kale hellingen. Dat is waar we willen zijn. Het is er zo vroeg in de ochtend pittig koud en de pet moet stevig op het hoofd anders waait die af. In de verte steekt de bijna 4000 meter hoge vulkaan de Teide boven Tenerife uit. Als de zon doorbreekt verschiet de oceaan tussen de eilanden van grijs naar blauw. Rond uit imponerend zijn de wirwar van verlaten terrassen op de bergrug voor ons. Het moet een fantastisch gezicht zijn geweest om in oogsttijd al die boeren op hun akkertjes bezig te zien. We herinneren ons boeren in het noorden van Portugal die via de roeptoeter communiceerden met anderen hoger op de helling. Op La Gomera fluiten ze naar elkaar. Deze fluittaal is door UNESCO uitgeroepen tot werelderfgoed. In de jaren vijftig ontvluchtten de Gomeros massaal de armoede en trokken naar Venezuela, dat wel het achtste Canarische eiland wordt genoemd. Op de terrassen werd geen aardappel meer verbouwd en gefloten wordt er nauwelijks meer. Daar probeert een gedreven Gomero verandering in te brengen. Hij trekt, horen we zeggen, van school naar school om de jeugd de fluittaal bij te brengen. We treffen hem op het dorpsplein van Vallehermoso “Wij zijn Bert en Hans”, stellen we ons voor, waarna hij onze namen nafluit. Hij heet Jesus, fluit en zegt hij. Om verder weg te fluiten brengt hij de handen naar de mond. Een heel boek zou hij zo kunnen fluiten naar een vriend een kilometer verderop. Bij officiële bijeenkomsten verschijnt Jesus op het balkon van het gemeentehuis om het volk op het plein het een en ander toe te fluiten. Er verschijnt een brede glimlach op zijn gebruinde gezicht als we zeggen dat de maffia in Italië de fluittaal goed zou kunnen gebruiken.
Sprookjesbos
Hoger op de vulkaanberg is het helemaal niet kaal. We lopen er door oeroude laurierbossen behangen met uitbundige baardmossen. Als dan plotseling ook nog nevel van de passaatwolken tussen de bomen doorkruipt, voelt het alsof we in een sprookjesbos zijn beland, waar de boze bosgeest ergens in een hol ligt te grommen. Voor de Gomeros is het bos de plek waar water vandaan komt. De nevel condenseert er op de mossen en bladeren en drupt dan op de grond. Regen uit de hemel heb je steeds minder op het eiland. Al jaren wacht men op fikse regenbuien. De stuwmeertjes staan praktisch droog. Als het een keertje flink regent dan is het vaak goed mis, dan kun je beter op je kamer blijven. Niet omdat je zeiknat wordt, maar om te voorkomen dat een rotsblok op je kop valt. “Je hoort ze gelukkig wel over de helling aan komen rollen” zegt een man met een smartphone waar salsamuziek uitkomt. Hij is van hier, maar woont op het achtste eiland.

Getrommel
“Dwewedwe, dwewedwe”, klinkt het opzwepend over het kerkplein als La Virgen de Guadeloupe uit de kerk van de Incarnatie in Hermigua wordt gedragen op weg naar de volgende kerk op haar vijfjaarlijkse tournee over het eiland. Gomeros, jong en oud, klepperen met chácaras, een soort bas-castagnetten, rammen op een trom en zingen. Een enkeling danst voor de processie uit. Hier zijn ze onder elkaar, op ons na geen toerist te bekennen. Een puberjongen heeft zich zelfs klederdracht gewaagd: een zwarte hoed, wit hemd en zwarte broek met een rode heupband. Hoe anders is het aan de andere kant van het kleine Canarische eiland, hemelsbreed nog geen 15 kilometer verder. Valle Gran Rey is een hippie enclave. Ooit streken hier Amerikaanse dienstweigeraars neer, die de strijd in Vietnam wilde ontlopen, tegenwoordig hoor je er vooral Duits. Elke zonsondergang zit een rij toeristen en overwinteraars over de zee te turen onder de klanken van twee djembés. Bij ons, kinderen van de jaren zestig, roept het warme gevoelens op. Ja zelfs weemoed naar de tijd dat we dachten de toekomst naar onze hand te kunnen zetten. “Zullen we niet gewoon hier een huisje zoeken om te schuilen voor de gure wind in Nederland?” vragen we ons af. “Weet waar je aan begint”, zegt Meike, een Duitse die al sinds haar twintigste op La Gomera woont en zelfs met een eilander is getrouwd. Pas na dertig jaar heeft ze een autochtone vriendin gevonden, waarmee ze lief en leed kan delen. “Zo moeilijk is het. Jullie zijn gewoon te oud.”

Palmhoning
Hmmm, da’s een tegenvaller, maar er is goed nieuws. Het eiland is zo mooi en zo gemaakt voor wandelen, dat integreren met de Gomeros misschien niet zo nodig is, om het hier heel lang uit te houden. Het is een vijf miljoen jaar oude vulkanische bult. Voor uitbarstingen, zoals op La Palma, hoef je niet bang te zijn. De laatste was miljoenen jaren geleden. De brede ravijnen met steile wanden die zo’n zevenhonderd meter omhoogschieten, bieden ruimte voor geïrrigeerde landbouw. Het water dat uit de steile wanden druipt, leiden de bewoners uitgekiend langs hun huizen en over terrassen naar hun tuinen waar de palmbomen naar de hemel rijzen. Van de palmen tappen ze het sap waar de Gomeros overheerlijke palmhoning van maken.

Wateroorlog
We lopen over een dijkje van een watergoot stroomopwaarts op zoek naar de bron van het snelstromende water. Regelmatig zien we kleine sluisjes waarmee het water een tuin ingelaten kan worden. De meeste zijn niet meer in gebruik, het land is overwoekerd door struiken. Dat was vroeger wel anders; elk stukje terras werd bebouwd en geïrrigeerd. Ooit in 1946 was er zelfs een echte wateroorlog. Grootgrondbezitters wilde meer water om hun bananen te kunnen bevloeien en voor veel geld te exporteren. Na jaren van gesoebat laaide het vuur op. Vrouwen van kleine boeren blokkeerde de watergoten naar de bananenplantages. De Guardia Civil kwam de orde herstellen, er vielen schoten en ook twee doden. “Nu kan je het niet meer voorstellen dat er om water werd gevochten”, zegt Dag een Duitse veertiger met een Friese moeder die hier alweer heel wat jaren boert. Samen met een andere Duitser en een Gomero is hij de enige die nog uit dit kanaal water aftapt. De rest ligt braak. “De jeugd van La Gomera heeft meer met een smartphone dan met de landbouw.” Dat apparaat gebruik hij alleen om met zijn beide watermaatjes afspraken te maken. Vroeger legde diegene die water aftapte uit de irrigatiegoot een vers geplukte tak op de geopende sluitsteen. Dan wisten de andere boeren hoe lang er al geïrrigeerd werd en wanneer zij aan beurt waren. Hoe is zijn contact met de autochtonen, vragen wij Dag. “Oh dat is makkelijk”, lacht hij. “Met de mannen drink ik een biertje en met mijn buurvrouw van zeventig maak ik muziek. Ze heeft een schitterende stem.” Misschien lonkt er toch zo’n toekomst voor ons op La Gomera. Muziek maken is helaas niet ons ding.

Gleuf
La Virgen de Guadeloupe mag na haar rondje om het eiland weer vijf jaar uitrusten op Puntallana, een eenzame landtong aan de voet van een vulkanische rotswand met lagen zwart als steenkool en rood als terracotta. Bij de witgekalkte kapel ligt een stevige betonnen pier waar onze Lieve Vrouwe veilig in en uit een bootje kan worden gedragen. Dan zal het hier zwart zijn van de mensen. Nu hoor je alleen de golven tegen de rotsen slaan, verder niets. In de deur van de kapel zit een gleuf voor een gift. “Laten we de Virgen wat geven”, grappen we tegen elkaar. Haar gunstig stemmen is een eerste stap om goed te aarden op het fraaie wandeleiland.
Wandelwijzer
La Gomera is het op een na kleinste Canarische eiland, waar het vulkanisme als vijf miljoen jaar niet meer actief is, maar waarvan de afzettingen (basalt, vulkanische as, oude vulkaanpijpen) alom tegenwoordig zijn. In de 1484 meter hoge vulkaankegel zijn brede, diepe kloven uitgesneden. De paden vanuit die barranco's naar de hoogvlakte gaan 6 tot 700 meter steil omhoog. Het hoogste deel en de noordflank is begroeid met nevelwoud.
Wandelen
Op La Gomera zijn twee GR's uitgezet. GR 132 is een rondje over hete eiland van 130 km met veel hoogte verschil. GR 130 steekt in 42 km dwars het eiland over. In totaal zijn er een kleine 400 km wandelpad. Een overzichtskaart is op internet niet te vinden, wel bij het toerismebureau. Er zijn prima wandelgidsen van Rother/Elmar (Nederlandstalig) en Cicerone (Engels). Enkele fraaie routes zijn te lopen met bovenstaande Google Maps kaart.
Waarschuwing: Het regent niet veel op La Gomera, maar tijdens en de dagen na stevige buien kunnen op sommige plekken veel rotsen naar beneden komen. Mijd dan zeker paden op of onder steile wanden.
Bereikbaarheid
He mooie van La Gomera is dat je er vanuit Nederland niet heen kunt vliegen. Daarom is het er rustig. De beste verbinding is vliegen naar Tenerife Sur en dan met de veerboot 50 minuten varen vanuit Los Cristianos naar San Sebastian de Gomera. Er zijn ook veerverbindingen met La Palma en El Hierro.
Op La Gomera is een redelijk goed busnetwerk met enkele ritten per dag. Er is sinds kort een Duitstalige app met haltes en vertrektijden: La Gomera by bus. Opmerkelijk is dat deze app de vertrektijden vanaf de haltes geeft. De halteborden en de website van de overheid geven slechts de vertrektijden vanaf het beginpunt van de lijn. Rekenwerk is dus niet meer noodzakelijk. De tijd zal leren hoe goed de inschatting van reistijden door de appbouwers zijn.
Voorzieningen
Hotels, huizen en kamers zijn ruim voor handen. Buiten de grote plaatsen is ook horeca maar check de openingstijden op Google Maps.
Meer weten
Veel informatie en tips op de Nederlandstalige website van het toerismebureau