Van Fatima naar Lourdes … in Amsterdam

Van Fatima naar Lourdes … in Amsterdam
foto
Voormalige OLV Lourdeskerk thans Kerk van het Nieuwe Verbond
hans

Kerken in Amsterdam, die staan toch leeg, horen we u denken.  Of ze zijn gesloopt dan wel verbouwd tot peperdure appartementen. Wij, twee verstokte atheïsten, gingen op bedevaart en waren verbaasd: God is niet dood, maar op veel plaatsen nog springlevend. Een aanrader voor slow walking op de zondagochtend of de vrijdagmiddag.

Verschenen in Wandelmagazine 21-2

 

Paragraaf

We liepen er straal aan voorbij, al zo’n vijfentwintig jaar. Nooit gingen we de garagedeur binnen op de Jacob Catskade 11. Gek eigenlijk, want boven de deur staat een intrigerende tekst: "Igreja Nossa Senhora de Fatima". Igreja betekent kerk, dat wisten we, maar een kerk kon dit niet wezen, eerder een vaag zaaltje waar ze Onze Lieve Vrouwe van Fatima aanbidden. Dat dachten we, tot een van ons bij een burenklus om de hoek op 3 hoog achter uit het raam keek. Daar stond zowaar een heuse kerk verstopt op het binnenterrein. Zonder toren, dat wel. 

Het is zomer, de kerken zijn weer open. Enigszins beschroomd volgen we een paar net geklede dames de kerk in. Binnen is het al redelijk vol. Een enkele man met mondkapje en vooral veel vrouwen van jong tot oud. Ze komen van heinde en ver om hier met andere Portugees sprekenden de mis te vieren. Bepaald geen buurtkerk dus. Als de mis begint zitten er ongeveer 50 mensen mooi verspreid over de banken. Rechtsvoor knielt een jongeman met kroeshaar devoot bij het Maria-altaar. Een gitarist, tenorsaxofoon en twee zangeressen spelen een ingetogen lied. Een  vrouw in wit gewaad steekt de kaarsen aan en dan komt Bernardo de Boer op, de priester die de Heilige Mis doet. Voor ons in onberispelijk Portugees. Midden in zijn preek valt slechts één Nederlands woord: "zorgzaam."

Na de zegen van de priester spoeden de gelovigen zich naar de caféruimte. Daar ruikt het al lekker naar koffie en gegrild vlees. "Veel parochianen eten hier. Zo krijgen we wat extra geld om de kerk te onderhouden", zucht de priester die er zonder kazuifel heel gewoon bijstaat. "We willen hier weg, want de noodzakelijke verbouwingen gaan tonnen kosten. Die hebben we niet. Vorig jaar is de hele kerk bij een fikse regenbui ondergelopen en is de vloer verzakt.” Ze gaan verhuizen naar de Boomkerk, een buurt verderop. “Dan hebben we hier zo’n dertig jaar gezeten.” De kerk werd in 1911 ingewijd als Onze Lieve Vrouwe van Lourdes. Het was een noodkerk om de explosieve groei van de katholieke bevolking op te vangen. Toen in de jaren vijftig veel parochianen uit de oude stad wegtrokken naar de Westelijke Tuinsteden, ging de Lourdeskerk hen achterna en kwam in een splinternieuwe kerk aan de noordoever van de Sloterplas terecht.

We wandelden de Lourdeskerk achterna en passeerden maar liefst 34 gebedsruimten. Eén daarvan is gesloopt en slechts vier verloren hun religieuze functie. Daar staat tegenover dat de laatste twintig jaar tien wereldse bouwwerken een religieuze functie kregen. Het aantal gebedsruimten nam dus toe, niet af. Het is even wennen, na de fraaie kerkmonumenten onderweg, om uit een bedrijfshal de melodie van het ‘Halleluja , looft de heer’ te horen.  Het is een van de drie Braziliaanse pinkstergemeentes op onze tocht. Maar ook anderen bidden in zielloze dozen.

Willen jullie eten

Ingeklemd tussen een machinefabriek en meubelmakerij belijden de Sikhs hun geloof. Nieuwsgierig kijken we door het raam. Een man met baard en tulband wenkt ons naar binnen. We krijgen allebei een oranje hoofddoekje op. Niet alleen de schoenen, ook de sokken moeten uit. Baghwan Singh, zo heet onze gastheer, leidt ons over dik tapijt een grote lage zaal in. Her en der zitten mensen op het oudroze tapijt. De vrouwen in sari links en rechts de mannen met tulband. Helemaal voorin staat een altaar waar een vrouw uit een indrukwekkend dik boek hardop voorleest. “Dat is ons heilige boek,” fluistert meneer Singh. Alleen op hoogtijdagen worden alle 1430 pagina’s voorgelezen. Dat duurt zo´n 48 uur. ”Willen jullie eten”, vraagt Singh. Dat willen we en even later zitten we in yogazit met een bord op schoot vol zoete en pittige dingen. We praten gelukkig niet over het mysterie Gods maar over het gewone leven buiten de tempel. Meneer Singh woont al bijna een halve eeuw in Nederland. Om de armoede te ontvluchten, monsterde hij aan op een Griekse boot. In Rotterdam ging hij passagieren. Bij terugkomst was zijn schip vertrokken.  Hij bleef helemaal alleen achter in Nederland en ging werken in een ijzergieterij. Heel ander werk dan het boerenwerk in Punjab. Daar ploegde hij met een kameel. “Best gevaarlijk, want anders dan koeien of paarden kunnen die beesten je lelijk bijten.”

We lopen verder naar het westen, de Ring over en komen in de wereld van het open bouwblok, de grote ramen en het vele groen. Midden in een krokusplantsoen staat een stoere in brons gegoten bouwvakker. Zijn machtige linkerbeen rust op een stapeltje bakstenen. Trots, met één hand in de zij, tuurt hij in de verte naar gedane arbeid: de tuinstad van licht, lucht en ruimte naar ontwerp van ingenieur Cornelis van Eesteren en zijn team. Ook de gewone man had volgens hen recht op goed wonen; weg uit de vochtige kelderwoningen en donkere achterkamertjes. Ruim tien jaar geleden werd een stukje van hun ‘Algemeen Uitbreidingsplan’ tot een levensgroot openluchtmuseum gebombardeerd, een museum waar de idealen van het nieuwe bouwen recht overeind staan.

Brommertje door de polder

Ook de kerken moesten eraan geloven. Het puntdak was fout, het platte dak goed. Bouwen in glas, staal en beton werd het motto. Even voorbij een rijtje villa’s, ook de dokter en de directeur moesten in de tuinstad wonen, staan we oog in oog met zo’n nieuwe kerk: De Hoeksteen, ontworpen door Piet Zanstra.  Helemaal recht in de leer was de architect niet. Het dak is niet plat, het heeft drie tongewelven, maar die zijn wel, zoals het hoort, in beton gegoten.

Ooit kwamen hier de Nederlands Hervormden bijeen.  De traditionele katholieke en protestantse buurtkerken lopen leeg, maar de kerken met veel zendingsdrang zijn succesvol; vooral onder migranten. Nu zitten de bekeringlustige baptisten in Zanstra’s kerk die ze de Verbinding noemen. Iets minder fanatiek dan de pinkstergemeentes eerder op de wandeling, dat wel Op deze doordeweekse dag staat de deur open en slepen drie mannen bouwafval naar buiten. Ben, die ons de kerkzaal op de eerste verdieping laat zien, vertelt dat ze het plafond hebben verlaagd om de akoestiek te verbeteren. “Zo’n kerkorgel klinkt prachtig onder die ronde gewelven, maar wij zingen begeleid door drums, piano en gitaar. Dat galmt te veel.” Daarom zijn de drie karakteristieke bogen van de Hervormde Hoeksteen verstopt achter het systeemplafond van de Verbinding.

Ben vertelt hoe hij tot God is gekomen. “Ik was al 25 toen ik me openstelde en op zoek ging naar God”, vertelt hij terwijl we samen een stuk taart verorberen. Maar het moment dat God hem tot zich nam duurde nog wel even. “Het kwam onverwachts. Op een donkere avond toen ik op mijn brommertje door de polder reed van Holysloot naar Zunderdorp. Ik stroomde plotseling vol met een enorm geluksgevoel, dat dagen bij me bleef.” Met zijn volwassenendoop, baptisten kennen geen kinderdoop, heeft hij gewacht tot zijn ouders, die hem al als baby lieten dopen, waren overleden. “Dat vond ik toch te confronterend voor hen.” Bens verhaal komt recht uit zijn hart en raakt ons.

De 6 mooiste kerken

  1. Jeruzalemkerk, de mooiste van de drie Amsterdamse Schoolkerken is elke dag ’s middag van binnen te bewonderen. Ook de andere Amsterdamse Schoolkerken, Nassaukerk en Bethelkerk, zijn aanraders
  2. Boomkerk, de enige neogotische kerk op onze tocht, vooral vanwege fraaie altaren en beelden die meekwamen van de gesloopte voorganger aan het Rokin.
  3. Taqwa Moskee, de mooiste moskee is fonkelnieuw en helemaal wit, net zoals de fraaie Pniëlkerk, nu in gebruik als theater.
  4. Sint Sharbel, de mooiste van de twee basilica kerken in Slotermeer. De Heilige Mis op zondag is oogverblindend kerktheater
  5. Kolenkit. Lang markeerde deze fraaie kerk in rood baksteen de overgang van de stad naar de Westelijke Tuinsteden. Nu is het baken verdwenen achter hoge kantoren
  6. Sint-Joseph. Deze dooskerk in grauw beton is een Rijksmonument. Niet zo zeer mooi maar vooral architectonisch bijzonder. Ooit gebruikt als klimhal, daarna opvang voor uitgeprocedeerde asielzoekers en nu een kinderspeelparadijs.

Manege in basilica-stijl?

Nog een fraai voorbeeld van moderne kerkenbouw is de even verderop gelegen Olijftak waar ooit doopsgezinden hun dienst hielden. De Olijftak werd de El Hijra, een Marokkaanse moskee. Het kruis verdween van de koperen toren. Als de verbouwing klaar is komt er een halve maan op te staan. De moskee wordt veel groter maar alles met respect voor het oorspronkelijke ontwerp. Je kunt in El Hijra ook naar de kapper. Dat weten we van onze eigen Marokkaanse buurtkapper. Soms gaat hij naar de ‘Olijftak’, maar een vaste moskee heeft hij niet. “Net hoe het uitkomt, een Marokkaanse of Turkse moskee het maakt me niet uit’. Alleen op vrijdag is het anders. Dan kiest hij voor de Marokkaanse moskee. “Daar spreekt een imam die mooi spreekt in mijn eigen taal.”

De Onze Lieve Vrouwe van Lourdes, het eindpunt van onze bedevaart, ligt verscholen in een wijkje met neo-traditionele architectuur, de Noorderhof. De buurt contrasteert in alles met het modernisme van de omringende Westelijke Tuinsteden. Van Eesteren zou zich in zijn graf omdraaien, walgend van de nauwe straatjes, kleine ramen, en de betonnen draagconstructies verborgen achter oer-Hollandse baksteen. Eigenlijk past de kerk uit 1957, een ontwerp van de grondlegger van de Delfste School, Grandpré Molière, goed bij het knusse dorp uit 1999. Net als Noordhof is de kerk gebouwd in een neo-stijl: de basilicastijl die teruggrijpt naar de eerste katholieke kerken. De drie even hoge beuken steken mooi af tegen de strakblauwe lucht.

We bellen aan bij de zijdeur van de kerk. Of we binnen mogen kijken, vragen aan een tengere man op leeftijd. Leuk wordt zijn rondleiding niet. Peter, onbetaald koster, gaat stoppen met zijn vrijwilligerswerk. De kerk gaat voorgoed dicht. Het aantal katholieken liep zo ver terug dat een volgende fusie onafwendbaar was. Met Kerst was er een laatste mis in kleine kring.  De hallenkerk met plaats voor meer dan 1000 gelovigen lijkt door die mededeling nog groter en leger dan hij al is.  Wie zullen de nieuwe gebruikers zijn?  We moeten aan de Sint Josephkerk denken die ooit in een klimhal veranderde. Deze gigantische ruimte zou volgens ons geschikt zijn om paarden rondjes te laten lopen. Peter zegt geen ja of nee, maar uit alles blijkt dat hij hier geen manege wil. “Maar een uitzinnige Surinaamse pinkstergemeente, zou je dat wat vinden”, plagen we. “Misschien, we zullen het zien”, zegt hij gelaten.  Samen met de priester naar de Pauluskerk verderop in Osdorp verhuizen doet hij niet. “Het is mooi geweest”, horen we hem denken.

Wandelwijzer

Onze pelgrimstocht langs 34 gebedsruimten ten westen van de Amsterdamse Jordaan is te volgen met een audio-wandeltour uit de serie Ongezien Amsterdam avontuurlijkwandelen.nl/audiotour-van-fatima-naar-lourdes-amsterdam. Deze tour informeert je onderweg over de historie van het gebouw, de aard van de religieuze gemeenschap en de openingstijden. Daarnaast zijn er foto’s uit het verleden en van het interieur. Natuurlijk zijn er ook links met livestreams van diensten tijdens de Corona sluiting.

onderwerp