Wandelen in de Oekraïne

Wandelen in de Oekraïne
foto
Opera in Lviv
Opera in Lviv
fred

In september 2019 maakten wij wandeltochten in de bruisende stad Lviv en de natuurgebieden van Pripjat-Stokhid en de Karpaten in het uiterste noordwesten van de Oekraïne op 150 km van de stad Lviv. Het uitgestrekte moerasgebied ligt ten noorden van deze stad op de Wit-Russische grens. Voor de bergen moet je vanaf Lviv richting Slowakije.

Bereikbaarheid

Lviv is in 24 uur met de trein bereikbaar vanuit Nederland via Berlijn en Warschau. Lviv heeft een internationaal vliegveld maar er is geen directe verbinding met Nederland.

Voor Pripjat neem je vanuit Lviv de bus naar Lutsk, dat ook per trein vanuit Polen en Kiev te bereiken is. Daar overstappen in de bus naar Lyubeshiv en Lyub‘Yaz’. De gehuchten zijn alleen per taxi of paard en wagen te bereiken.

Voor Karpaten gaat de bus naar Verkhnie Gusne/ Verkhnje Husyne vanaf station Lviv.

Voorzieningen

Pripjat: Hotels in Lyubeshiv en Lyub‘Yaz’ (Hotel Complek Gol  tel +380 95 4524383). Kamperen is mogelijk in Svalovychi. Vitaliy Veremchyk (tel +380 66 212 2337) kan je op weg helpen en kanotochten verzorgen.

Pikuy: In Verkhnie Gusne is een B&B tel: 0971558282 

Wandeltip Pikuy

Vanuit Verkhnie Gusne/ Verkhnje Husyne is het 9 km klimmen naar Pikuy, zelfde weg terug. Gids Valentyn Muradov leidt je graag rond  guide1 at karpaty.travel

Tip Karpaten

Op weg naar de Pikuy is een bezoek aan de rotsburcht Tustan de moeite waard. De burcht lag langs de zoutroute hoog in een schitterende rotsformatie. Van de burcht zijn alleen nog de sleuven in de rotswanden zichtbaar waarin de houten balken zaten opgesloten. In het museum aan de voet van de rotsformatie is een fraaie 3D presentatie te zien van het ooit machtige militaire bouwwerk.

Wandeltips Pripjat

Dag 1: Vanuit Lyubeshiv een dag met Vitalij Veremchechyk kanoën naar het fraaie gehucht Svalovychi.

foto
Image
foto
Image

Daar een nacht kamperen.

foto
Image
foto
Image

Dag 3: Dan terug met de bus naar Lyubeshiv of na een overnachting in het hotel te voet naar Lyubeshiv (13,5 km).

Tags
onderwerp
regio

Wandelen in Lviv Oekraïne - Open stad zonder geheugen

Wandelen in Lviv Oekraïne - Open stad zonder geheugen
foto
Flaneren op Svoboda Prospekt, Lviv
Flaneren op Svoboda Prospekt, Lviv
fred

Aan het begin van de twintigste eeuw was Lemberg, nu Lviv, een van de belangrijkste steden van de Donaumonarchie. En toen raasde de hele Europese geschiedenis van de afgelopen eeuw over de stad. De grens verschoof maar liefst negen keer. Daarbij verloor de stad vrijwel haar gehele bevolking. De barok- en jugendstilgebouwen bleven als bij wonder gespaard en vormen nu een fraai decor voor een bruisend en opwindend stadsleven. Wandelmagazine volgde de multiculturele sporen in Lemberg- Lwów -Lvov - Lviv.

Verschenen in Wandelmagazine 2020-1

Het Habsburgse Lemberg

Auto’s bonken over kasseien, trammetjes wurmen zich piepend over de rails. Ouderwetse geluiden die doen denken aan andere belangrijke steden van het Habsburgse Rijk zoals Praag en Boedapest. De doorleefde gevels aan de groene stadsboulevard Sovoboda Prospekt zijn het mooist, met aan het einde een kopie van de Weense Opera. Het is een warme zomeravond, kinderen dansen in de fontein voor de opera, bloemetjesjurken flaneren onder de kastanjebomen en oudere mannen buigen zich urenlang over hun schaakbord. Het oogt allemaal vertrouwd Oostbloks, alsof het nog de Sovjetstad Lvov is. Maar er skate ook een jonge vrouw met witte engelenvleugels behendig tussen de mensen door. Ze wil graag een tattoo bij ons zetten. De stad is vol muziek uit alle delen van de wereld. Lome reggae, stampende blues of swingende jazz wisselen elkaar af als je langs de straatmuzikanten en concertpodia wandelt.

In de muziek herleeft de multiculturele stad die Lemberg was onder de Habsburgers. Vanaf de stadhuistoren, ruim 60 meter hoog, tellen we de kerken. “Die toren daar, met de vijf spitsen, dat is de Armeense kathedraal”, helpt Anna-Mariia ons op weg, die ons enthousiast door de stad leidt. “Het is de groene kerktoren uit het logo van de stad.” Het lukt ons ook andere kerken uit het logo terug te vinden: de Grieks-orthodoxe Sint Joriskerk, de Oekraïens-orthodoxe Ontslapeniskerk en de Rooms-katholieke Magdalenakerk. “Is er ook nog een synagoge”, willen wij weten. Anna-Mariia wijst naar een gat in de bebouwing. “Daar stond de Gouden Roossynagoge. Die is tijdens de Duitse bezetting opgeblazen, net als de overige 45 synagogen van onze stad. Er staat er nog één, maar die is van na de oorlog.”

 

Het Poolse Lwów

Een feeëriek gezicht, zo mooi staan de kerktorens te pronken in het avondlicht. Maar het stemt treurig dat alleen gebouwen het oorlogsgeweld hebben overleefd. Toen de Tweede Wereldoorlog begon, was maar liefst de helft van de stadsbewoners Pools en vijfendertig procent Joods. De Nazi’s vermoordden de Joden en Stalin stuurde de Poolse bevolking naar Polen, dat na de oorlog nieuwe grenzen kreeg. Ze werden “geruild“ tegen de Oekraïners die daar toen nog woonden. Ook de straatnamen veranderden mee. De groene stadsboulevard Sovoboda Prospekt, Oekraïens voor Boulevard van Vrijheid, heette in de tijd dat de Duitsers er huis hielden Adolf Hitler-ring en daarna Leninboulevard. Het beeld van de Russische leider verrees bij de Opera en werd, naar het schijnt, al in 1990, nog voor de val van de Muur, geruisloos afgevoerd.

De Polen uit Lwów lieten hun overleden familieleden en vrienden achter in de dodenstad, de uitgestrekte Lykachiv begraafplaats. Een kerkhof dat uitnodigt om te wandelen. Tussen woekerende groen en oranje lelies liggen graven als pepernoten verstrooid over de heuvels. Anders dan op onze platte kerkhoven, waar het ene graf verstopt ligt achter het andere, zijn alle grafmonumenten door de hoogteverschillen goed zichtbaar. Vogels fluiten, eekhoorns zwaaien met hun staarten en in de schaduw van dicht gebladerte zit een grafdelver intens genietend te roken. Zijn collega, met een zelfde magere bouw, leunt tegen een groene vrachtwagen, een model dat met zijn robuuste vormen onmiskenbaar stamt uit de Sovjettijd. Verstaan doen we de man niet, maar door het liefdevol strelen van de motorkap begrijpen we dat hij het een geweldige auto vindt. “Waar zijn de Poolse graven?” laten we Google Translate in het Oekraïens vragen. Een blikkerig geluid komt uit onze smartphone, maar toch het werkt. De mannen knikken en lopen naar een eenvoudig graf, een rood-wit lintje om het houtenkruis gewikkeld. “Polski”, zegt de roker terwijl hij naar het lintje wijst. Een houten kruis na zoveel jaren nog in redelijke staat, we verbazen ons er over. Het zijn vooral de graven met Duitse namen die met veel moeite overeind staan, de stenen schuin weggezakt in de modder, het graniet overwoekerd door brandnetels.

De meeste Polen die de begraafplaats bezoeken, en dat zijn er veel, hebben geen oog voor dit soort duistere schoonheid, ze zijn gekomen om hun helden te eren. Strak lopen ze achter de gids aan omhoog naar het ereveld van de drieduizend Verdedigers van Lwów. Die vielen vlak na de Eerste Wereldoorlog toen Oekraïners de vrije West-Oekraïne hadden uitgeroepen. Dat was van korte duur. De Poolse meerderheid kwam in verzet en wist in Versailles te regelen dat Lwów Pools werd. De vervallen graven en monumenten zijn sinds een jaar of vijftien netjes gerestaureerd. Dat lieten de Oekraïners oogluikend toe. De twee leeuwenbeelden in de triomfboog zitten verborgen achter hout, onzichtbaar voor het publiek. Het ging de Oekraïners te ver om hun voormalige vijand naast de graven ook nog hun Poolse leeuwen te gunnen.

Het Russische Lvov

“Lagen hier ook Joden begraven?”, vragen we de portier van de begraafplaats. Hij wijst over het hek naar een paar sportvelden. “Die graven hebben de Duitsers gründlich verwijderd”, zucht hij. Voor tastbare herinneringen aan de Holocaust moet je naar een plek langs de spoorweg aan de noordkant van de binnenstad. Hier dreven de Nazi’s 160 000 Joden bijeen in het getto om ze vervolgens dood te schieten of af te voeren naar vernietigingskampen. Er staat nu uit zwarte steen gehakt Holocaustmonument en, op de plaats van een doorvoerkamp, het ingetogen Territory of Terror Memorial Museum. De wachttoren en de rails met een goederenwagon doen bekend aan. Schokkend zijn vooral de foto’s waarbij geen Holocaustontkenning meer voorstelbaar is.

Opmerkelijke zijn ook enkele objecten achter een schuurtje. Daar liggen vijf heldhaftige soldaten in zwartverweerd koper gegoten tegen het spoortalud gevleid. Sommige hoofden zijn onder het groen van de klimop verdwenen. “Deze hebben we gered van de beeldenstorm die na het uiteenvallen van de Sovjet Unie op gang kwam”, vertelt de blonde Andry die ons rondleidt. We realiseren ons dat er geen fysieke sporen meer terug te vinden zijn uit die tijd, behalve natuurlijk de Chroesjtsjovka’s, gammele Sovjets flats die overal in de buitenwijken zijn neergekwakt. Alle Sovjetkunst is uit het straatbeeld verdwenen en vervangen door beelden van Oekraïense helden 

Het Oekraïnse Lviv

In de nachttrein van Kiev naar Lviv had Igor, onze vriendelijke reisgezel, al gezegd dat we op weg waren naar de hoofdstad van het Oekraïens nationalisme. Lviv, die bruisende open stad met zijn swingende straatmuzikanten en gezellige terrassen, een bolwerk van nationalisme? We kunnen het moeilijk geloven. Maar al snel komen we er achter dat je in Lviv beter geen Russisch sprekende toerist kunt zijn. “Slava Ukraini, lang leve de Oekraïne”, moesten we zeggen om binnen te komen, was ons verteld. Op het centrale Rynokplein zijn we een steegje ingelopen en een trappetje afgedaald. Na het uitspreken van het geheime wachtwoord gaat de houten deur open en houden twee rondbuikige mannen in camouflagepak ons met stengun staande. “Moskals?”, snauwen ze ons toe. Nee we zijn geen Russen, dus mogen we binnen treden. Ja, in wat eigenlijk? De donkere gangen en kamers hangen vol camouflagenetten en allerlei spullen uit de legerdump. Daartussen drinken mensen hun Pravda, het ambachtelijke bier van Lviv, en smikkelen ze van geurige worsten en knapperige varkensoortjes. Gedesoriënteerd lopen we door dit themarestaurant Kryjivka dat een bunker van het Oekraïense Bevrijdingsleger moet voorstellen. Ze streden aan het einde van de Tweede Wereldoorlog in de bossen tegen de Polen en Russen, waarbij ze niet schuwden te collaboreren met de Nazi’s. In een nis hangt een portret van hun leider Stepan Bandera, die door een deel van de bevolking wordt vereerd vanwege zijn onverzettelijkheid voor de Oekraïense zaak en door een ander deel veroordeeld vanwege zijn Nazisympathieën. Zin om in de bunker een biertje te drinken hebben we niet meer. Dat doen we op de hoek bij de buren in het Pravda bierhuis. Daar is het gezellig, daar toetert het huisorkest er op los. De trompet afwisselend hemelwaarts geheven en dan weer recht op de zaal gericht. We krijgen er geen genoeg van, maar na een uurtje is het afgelopen. Samen met de andere bezoekers rammen we met plastic flessen op de tafels om het huisorkest te verleiden verder te spelen. Lviv, met je beladen verleden en bruisende stadsleven, je bent een bijzondere stad.

Reiswijzer

De groene stad Lviv, even groot als Amsterdam, ligt in het uiterste noordwesten van de Oekraïne op 70 km van de Poolse grens.

Bereikbaarheid

Vanaf Hengelo is de trein via Berlijn en Polen binnen een etmaal in Lviv. Er is geen rechtstreekse vlucht van Nederland naar Lviv. Overstappen in Warschau of Wenen.

Horeca en overnachten

Er is een breed aanbod aan cafe’s, restaurants en hotels. Aanrader is het Beer Theatre Pravda op Rynok plein 32. De brouwer is onder meer geinspireerd door de Amsterdamse brouwerij het IJ.

Wandelen

Op de kaart hieronder staan de locaties van plekken die in het verhaal aan de orde komen. Deze kaart is ook op smartphones te bekijken. 

Een stedentrip Lviv is goe te combineren met wandelen in de uitgestrekte Pripjatmoerassen en de Karpaten

Meer weten:

Toeristische informatie over de stad www.lviv.travel  en www.inlviv.info

Museum Territory of Terror territoryterror.org.ua

Lychakiv begraafplaats op Wikipedia https://en.wikipedia.org/wiki/Lychakiv_Cemetery

regio

Jezus Christus en de priester van Matkiv

Jezus Christus en de priester van Matkiv
foto
fred

Op de Pikuy, de hoogste berg van de Oekraïense Karpaten, ontvangt Jezus Christus ons met open armen. Beneden, vlakbij de voet van de berg, onthaalt de priester van Mativ ons in zijn tserkva, een prachtige houten kerk met achthoekige koepels.

Tekst en foto’s: Bert Stok

Verschenen in Wandelmagazine 2020-2      

Uit een groepje mannen met stevige buiken maakt zich een man los. Onder zijn boerenpet glinsteren pretoogjes. Hij wil maar wat graag antwoord geven op de vraag of we links- of rechtsaf moeten naar Verkhnie Gusne, het dorpje waar de beklimming van de Pikuy begint. Zijn antwoord laat de andere mannen schuddebuiken van het lachen. “Why they are laughing”, vraag ik aan gids Valantin. Het gaat over de naam van het dorp, Verkhnie betekent boven. “Ze hebben geen recht om zich boven ons te stellen, het is een dorp van wolven en gemene honden”, had hij gezegd. Als we eindelijk in Verkhnie Gusne aankomen, lijkt het dorp uitgestorven. Zelfs de gemene honden willen niet aanslaan. Na een tijdje is er toch nog enig leven: een man voert zijn koe aan een touw door de dorpsstraat. Voor de winkel staat een vrouw met een doek om het zongebruinde hoofd. Dat je binnen iets kunt kopen, is moeilijk voor te stellen. Zelfs geen Coca Cola of Fanta reclame, alleen een verkiezingsposter. “Stem op mij”, lijkt de keurig geklede man op de poster te roepen. In de tuinen lange hefbomen om water uit de put te scheppen en natuurlijk de l’okh, de ingegraven koelhuisjes om de zuurkol, tomaten, komkommers, paddenstoelen, blauwe bessen en de zelfgestookte wodka te bewaren. Van de bewoners geen spoor. Tussen de houten huizen door zien we ze op het veld. Mannen met ontblote bovenlijven steken grote bossen hooi omhoog naar hun maatje op de wagen. De trekpaarden staan rustig te wachten tot de wagens vol zijn geladen.

Good hiking

“Pas op voor slangen, ze kunnen giftig zijn”, waarschuwt Valantin voor we beginnen aan de beklimming van de Pikuy. We krijgen ook een lesje ‘Good hiking’: “Adem in door de neus en uit door de mond. Neem elke 45 minuten een rustpauze.” Eerst lopen we lekker vlak door een zee van wilgenroosjes en dan omhoog in de schaduw van een beukenbos. De grootste bomen zijn net even te dik om ze helemaal te omhelzen. De lichtval zorgt voor een serene sfeer tot het bos opeens openbreekt en plaatsmaakt voor een weids uitzicht over de Karpaten. Mooi slingert de bergrug als een groene slang hoog boven de beukenbossen naar de einder. We verlaten het pad om bosbessen te plukken. “Wel uitkijken voor slangen”, waarschuwt Valantin nogmaals. Zijn collega Julia wil ons wat foto’s laten zien op haar smartphone. Stoere mannen met forse armen duwen een stoel op wieltjes omhoog. In het karretje een lange magere man met een blauwe trui. “Oorlogsinvalide, gewond geraakt in  Donetsk”, zegt ze met een ernstig gezicht. Toen in 2014 de oorlog uitbrak en de ‘Volksrepubliek Donetsk’ zich met steun van Rusland afscheidde van de Oekraïne brak de hel los. Af en toe organiseert Julia bergtochten voor de slachtoffers van de oorlog. “Duwen jullie dan het karretje helemaal naar de top?”, vragen we vol ongeloof. “Ja, natuurlijk”, knikt ze. Na het beukenbos gaat het pas echt steil omhoog. Boven op de berg worden we met open armen ontvangen door Jezus Christus zelf, gehuld in een bloedrode mantel. Hij staat er heel bescheiden naast een metershoge obelisk, een geodetisch markeringspunt, met daarop de namen van mannen uit de streek die in 2014 sneuvelden in het oosten van de Oekraïne.
 

Oranje kazen

Aan de voet van de obelisk zit een jongen met lange blote benen aan een fles bier te lurken. “Helemaal omhoog geklommen om hier een biertje te drinken?”, grappen we. Hij heet Bartlomeij en komt uit Polen. Een paar jaar geleden beklom hij de hoogste Poolse berg in de Karpaten de Tarnica (1346 m) en nu is het beurt aan de nog hogere Pikuy (1405 m). Hij is gek op kaas: “Die oranje kazen van jullie zijn bijna net zo lekker als de witte Bulgaarse.” Na nog een flesje staat hij op en snelt verder over de bergrug. Het bier lijkt hem vleugels te geven. Wij vleien ons uit de wind tegen de rotsen en eten brood, komkommer en natuurlijk ook een tomaat. Zo’n Oekraïense tomaat lijkt wel een peer. Het spitse uiteinde, de staart, steken we als eerste in de mond. Dat is het lekkerst.

Tserkvas

Zeven uur later zijn we terug in het dorp. Overal rijden nu paard en wagens, zwaar beladen met hooi. Hoog op de hooibulten, lekker zacht, kijken mannen en vrouwen uit over de houten huizen. We zouden wel een lift willen, het moet heerlijk zijn om zo door het dorp te rijden. In Matkiv, een dorpje even verderop, wordt met een paard het hooi gekeerd. Zachtjes pratend moedigt de boer zijn knol aan terwijl de pinnen van het werktuig het hooi omkieperen. Aan de rand van het weiland staat een orthodoxe houten kerk met achthoekige koepels. Het juweeltje is samen met 15 andere tserkvas in de Poolse en Oekraïense Karpaten tot werelderfgoed uitgeroepen. De priester opent de kerk met een loodzware sleutel en loopt dan snel door naar de iconen van Jezus en Maria om die met zijn lippen te beroeren. De toegesnelde burgemeester van Matkiv geeft de heiligen ook eerst een kus voor hij ons de hand schudt. In de kerk staan geen stoelen. Alleen bij de ingang kun je op een bank zitten. “Voor wie om gezondheidsredenen de dienst niet staande kan bijwonen”, zegt de priester. De eenvoudige houten kerk heeft binnen een majestueus interieur van iconen en kerkmeubelen uit de 18e eeuw. Alle kerkschatten worden getoond en bewonderd. Aan het eind van de rondleiding vraagt de priester of er nog vragen zijn. “ Is de kerk onder het communisme open gebleven?”, willen we weten. De burgemeester schudt heftig van nee. Dertig jaar was het godshuis dicht. Van de kerkgangers werd 80 % naar Siberië verbannen, ouderen, kinderen, iedereen. Zij die bleven verstopten de iconen en kerkmeubels in hun huizen. Bijna alles staat nu weer te pronken op de oude plek in de kerk. “Van de 450 huizen in het dorp zijn er nog maar zestig over”, besluit de burgemeester. We zijn er even helemaal stil van.

regio

De uitgestrekte moerassen van de Pripjat

De uitgestrekte moerassen van de Pripjat
foto
fred

 

Een paradijs voor de kanoër, maar lekker wandelen kan je er ook, langs de oevers van meren en over slingerende bloemdijken. De moerassen liggen diep verscholen in het binnenland, aan de grens met Wit-Rusland.

“Gaan jullie naar Pripjat?”, vragen vrienden vol ongeloof of met enige afgunst. Netflix heeft met de serie over Tsjernobyl, de grootste kernramp ooit, niet alleen het rampentoerisme naar de verlaten stad Pripjat, vlakbij de kerncentrale, omhooggestuwd, maar ook de zorg om onze gezondheid. Wij hebben geen zin om met een geigerteller tussen de sensatiezoekers te wandelen dus gaan we 300 kilometer westelijker naar het veilige deel van het moeras, waar geen westerling komt. Bijna 500 km strekken de Pripjatmoerassen zich uit van Poolse grens in het westen tot de centrale van Tsjernobyl in het oosten. Het was een van de grootste moerasgebieden in Europa. Grote delen zijn omgezet in landbouwgebieden, de nazi’s wilde de moerassen helemaal droogleggen om het hinderlijke verzet van partizanen, die zich hier verstopten, te kunnen breken. Wat zonder straling rest is het uitgestrekte Oekraïense natuurpark Pripjat-Stokhid. Bij Tsjernobyl ligt nog een Wit-Russische park met de veelzeggende naam Radio-ecologisch reservaat Polesski.

Gekloofde handen

Het is zes uur in de morgen als we in de stad Lutsk de nachttrein uit Kiev verlaten. Even is het heel druk, maar al snel zijn alle taxi’s verdwenen en staan we moederziel alleen op het stationsplein. Voor de bus richting de Wit-Russische grens moeten we naar de andere kant van het spoor, zegt een eenzame passant in gebrekkig Engels. En het klopt. Gauw nog even koffie en dan de bus in. De chauffeur rijdt op hoop van zegen. Aan de achteruitspiegel bungelt een goudglimmende amulet met een stralende Jezus. We hobbelen steeds verder het binnenland in. Stenen huizen worden houten huizen. Overal paard en wagens, hoog beladen met hooi. Verdwenen zijn de felgekleurde nepnagels uit Kiev. Vrouwen met gekloofde handen stappen met lege emmers de bus in. Ze geven geld aan ons. Of we het even door willen geven aan de chauffeur, gebaren ze. Het wisselgeld gaat via onze handen terug naar de vrouwen. Dan staat de chauffeur plotseling op de rem en lopen de vrouwen druk kletsend met hun emmers het bos in. Ze gaan bessen plukken.

Na vier uur zijn we in Lyubeshiv, de plaats waar het kantoor van het natuurpark Pripjat-Stokhid is gevestigd. We zijn gefascineerd door de camouflagebroek van de directeur, Alexander Sashchuk. Achter zijn bureau hangen twee foto’s. Op de een staat hij zwaarbewapend tussen zijn soldatenmaatjes. Op de ander zien we een granaathuls en een bloeiende krokus. “Het leven en de dood”, verduidelijkt de directeur. Het natuurpark moest 10 procent van haar personeel afstaan, toen in het voorjaar van 2014 oorlog uitbrak in het oosten van het land. Bij de gevechten zijn inmiddels duizenden Oekraïense en Russische soldaten gesneuveld.

Een grote spons

Vitaliy, onze gids, ontsprong de dans; hij mocht in zijn geliefde park blijven. “I am a river man”, zegt Vitaliy terwijl hij naar zichzelf wijst. Enthousiast vertelt hij van zijn kanotochten over de talloze meren en rivieren. We kijken naar een trotse man die zijn kano’s niet koopt maar zelf van hout maakt. Dat we hier komen wandelen, begrijpt hij niet. “Kanoën is toch veel leuker.” Dat zal best zo wezen, maar we komen hier om te wandelen, zeggen we een beetje streng. Onze tocht begint in Svalovychi een gehucht waar de huizen nog met riet bedekt zijn. Een boer schept water uit de put voor zijn zwart witte koe. “Kom maar, drink maar lekker”, lijkt hij te zeggen. Wanneer de moeder van de boer een kijkje komt nemen, spoort hij haar aan om ons te begroeten met “Guten Tag.” Maar ze laat zich niet commanderen. Vriendelijk lacht ze haar gouden tanden bloot.

Het wordt spannend als Vitaliy zijn schoenen en sokken uitrekt en verder waadt door donker water dat tot kniehoogte reikt. Wij volgen, met onze fototoestellen strak tegen de borst geklemd. Het moeras is een grote spons. Als de rivieren veel water aanvoeren zoals nu, slurpt het water op, om het later langzaam weer los te laten. Lekker klimmen we uiteindelijk door het droge zand van een rivierduin omhoog naar een vogelhut. Vogels zien we niet, wel kanoërs met felgekleurde paddels. ”Die kano daar heb ik gemaakt”, wijst Vitaliy. Hij holt het duin af om te horen of die een beetje lekker vaart. Zonder nog in de prut weg te zakken lopen we verder door een naaldbos. Dan opent het landschap zich en kijken we prachtig uit over uitgestrekte rietvelden en het vrolijke geel van hooilanden. Een paard met stevige poten staat geduldig te wachten tot zijn baas aan de teugels trekt om weer een vracht hooi naar de boerderij te brengen. Een ooievaar wandelt statig door het lange gras. Over slingerde zanddijken, paars van de bloeiende tijm, lopen we heerlijk in het avondlicht naar de einder. Daar in het dorpje Lyub‘Yaz’ duiken jongens vanaf de brugleuning de plomp in.

Blauw-geel

Verderop langs de rechte asfaltweg, meer is het dorp niet, dansen de dorpelingen. In het hotel annex winkel van oud-voetballer Taras Mykhalyk van Dynamo Kiev is het bruiloftsfeest in volle gang. Op een Oekraïense discodeun danst een oude man met een meisje met blonde vlechten De tafels versierd met vrolijke gele en blauwe linten. “De kleuren van onze vlag. Het blauw staat voor onze hemel en het geel voor de graanvelden’, zegt een feestganger in het Italiaans.

Over het terrein van de oude kolchoz lopen we naar onze datsja. De schuren zijn beroofd van hun daken, op een klein gebouwtje na. We drukken ons gezicht tegen het glas en turen naar binnen. Een timmerwerkplaats, zo lijkt het. Waarom gebeurt er met de rest van de gebouwen niets. Toch straling? En van wie zijn die bouwvallen eigenlijk? Later in bed lezen we in ‘Het land dat maar niet wil lukken’, van journaliste Fleur de Weerd, dat de staatbedrijven gelijkelijk verdeeld zijn onder de dorpsbewoners. Je aandeel verkopen mag niet, verhuren wel. Maar wie wat precies bezit is onduidelijk. Geen situatie om de verrotte boel eens lekker op te knappen.

regio